Open brief aan meneer Poetin

Beste meneer Poetin,

We kennen elkaar nog niet; we hebben elkaar nooit ontmoet of gesproken. Daarom stel ik me eerst even aan u voor: mijn naam is Ruben en ben mensenfotograaf. Ik reis de wereld over om de mensheid zo puur en echt mogelijk in beeld te brengen. Dit doe ik vanuit het idee dat elk mens het waard is om waardig in beeld te worden gebracht.

Bij elke portretsessie ga ik op zoek naar de binnenkant van de mens die tegenover mij zit. Een proces dat begint met elkaar in de ogen kijken om zo elkaar echt te ontmoeten. Tijdens dit proces probeer ik woorden te geven aan wat ik ontdek. Bijna altijd zie ik prachtige kenmerken van waardigheid, zelfs als die is aangetast.

Nu u veel in het nieuws bent, vroeg ik me af hoe úw binnenkant eruitziet. Ik heb u in de ogen gekeken op online beelden waarop u recht in de camera kijkt. Ik moet bekennen dat ik het verrekte ingewikkeld vond om waardigheid in uw ogen te ontdekken. Ongetwijfeld is mijn blik vertroebeld door de beelden van deze verschrikkelijke oorlog.

Beelden van gebombardeerde huizen, scholen en een theater vol schuilende burgers. Een hoogzwangere vrouw, die verwond wordt afgevoerd na een raketinslag in de kliniek. Een man die uit zijn auto stapt, zijn handen in onschuld omhoog houdt en wordt neergeschoten. Vrouwen en kinderen die zonder echtgenoot en vader moeten vluchten voor het geweld.

En ook beelden van jonge Russische soldaten die ontdekken dat dit geen oefening is, maar oorlog. Miljoenen Russen die worden voorgelogen en niet mogen zien wat er echt gebeurt. Demonstranten die voor ongetwijfeld lange, lange tijd in de gevangenis belanden. Moeders die hun zonen moeten begraven omdat ze gesneuveld zijn aan het front.

Woorden schieten tekort om te beschrijven wat ik zie: de duisternis, het kwaad. Toch wil ik het proberen: ergens diep verborgen in u moet toch een stukje waardigheid te vinden zijn? Ik wil het misschien te graag: geloven dat elk mens ertoe doet en waardig is. Het lijkt een onmogelijke opgave, waarbij ik mij afvraag waar het mis ging.

In mijn zoektocht vond ik dit portret van u. U bent hier een jaar of tien, zo schat ik in. Opnieuw kijk ik u in de ogen, in de hoop iets van uw binnenkant te begrijpen. Als ik iets langer kijk dringt het tot mij door: ik kijk in de ogen van een kind. Een kwetsbaar en gebroken kind dat ooit onschuldig en puur en waardig was.

Ik zie een kind dat al vroeg in aanraking kwam met de gevolgen van oorlog. Een kind dat gepest werd en opgroeit in armoede in de sloppenwijken van Leningrad. Een kind uit een gebroken gezin, met een vader die verwond terugkomt uit de oorlog. En een moeder met nog één zoon. Haar twee eerste kinderen zijn jong gestorven.

Zou hier uw laatste stukje waardigheid gesneuveld zijn, afgebrokkeld tot er niets meer was? Ik wil het weten, begrijpen en doorgronden, daarom ik nodig u uit in mijn studiotent. In Museum of Humanity staan twee stoelen, recht tegenover elkaar. Als het zover is kunnen we elkaar hier in ogen kijken en wie weet… vinden we dat laatste stukje.

Ik ben hoopvol en optimistisch...
Want ik weet dat dat laatste stukje het begin kan zijn van herstel.
Er is een weg terug, het is nog niet te laat.
Het begint met geloven, hopen, liefhebben...

Ruben Timman 
Fotograaf en oprichter Museum of Humanity

Image: Kremlin.ru